Omvang aansprakelijkheid na aannemen steekpenningen Commissaris

27-05-2020 | rechtspraak | 0 Reacties

Een commissaris van een familiebedrijf dat zich onder meer op projectontwikkeling richt had van een derde steekpenningen ter hoogte van € 500.000,- aangenomen. Het doel van die steekpenningen was om de commissaris zijn invloed aan te laten wenden om het familiebedrijf in twee projecten te laten participeren. Die projecten waren niet goed afgelopen als gevolg waarvan het familiebedrijf forse verliezen had geleden. In eerste aanleg en hoger beroep werd de commissaris veroordeeld tot betaling van de schade van het familiebedrijf en werd de zaak naar de schadestaatprocedure verwezen. Volgens de rechtbank en het hof heeft de commissaris zich door het aannemen van de steekpenningen in een positie gebracht waarin hij niet langer onafhankelijk zijn adviserende en controlerende taken als commissaris kon vervullen. Het onbehoorlijk handelen van de commissaris staat daarmee onherroepelijk vast, maar in hoeverre is er een causaal verband tussen het onbehoorlijk handelen en de door het familiebedrijf geleden schade van circa € 8 miljoen? Over het antwoord op die vraag heeft de rechtbank Noord-Holland zich op 29 april 2020 uitgelaten.

Vermogensvergelijking

Om te bepalen of er een causaal verband tussen het onbehoorlijk bestuur en de schade van circa € 8 miljoen is, dient een vergelijking te worden gemaakt tussen twee situaties. Aan de ene kant de bestaande situatie waarin de steekpenningen zijn aangenomen en aan de andere kant de hypothetische situatie waarin de steekpenningen niet zouden zijn aangenomen.
Volgens het familiebedrijf zou zij niet in de projecten hebben geparticipeerd als de commissaris de steekpenningen niet zou hebben aangenomen. Volgens haar is de participatie tot stand gekomen, omdat de commissaris zich niet passief heeft opgesteld. De commissaris heeft volgens het familiebedrijf daarentegen actief een doorslaggevende rol in de dagelijkse gang van zaken binnen het familiebedrijf vervuld, waarbij de commissaris zich met name bezighield met het aanbrengen van nieuwe projecten. De commissaris stelt dat de projecten op de gebruikelijke wijze zijn voorbereid en dat de projecten door de bestuurder, de aandeelhouder en de andere commissaris zijn goedgekeurd. Volgens de commissaris waren de projecten op grond van destijds bekende gegevens goede projecten en zijn de verliezen aan de vastgoedcrisis te wijten. Zonder het aannemen van de steekpenningen zou het familiebedrijf ook in de projecten hebben geparticipeerd, aldus de commissaris.

Omkeringsregel

Het wettelijk uitgangspunt is dat de bewijslast ter zake van het causaal verband tussen de gedragingen van de commissaris en de schade op het familiebedrijf rust. Het familiebedrijf heeft echter een beroep op de zogeheten omkeringsregel gedaan. De omkeringsregel is een uitzondering op dit wettelijk uitgangspunt en mag alleen worden toegepast wanneer er sprake is van een gedraging in strijd met een norm strekkende tot het voorkomen van een specifiek gevaar. Het causaal verband wordt dan aangenomen. Het familiebedrijf meende dat de omkeringsregel kon worden toegepast, tenzij de commissaris aannemelijk maakt dat de schade ook zonder het aannemen van de steekpenningen zou zijn ontstaan. In eerste aanleg en hoger beroep is geoordeeld dat de vastgestelde normschending eruit bestaat dat de commissaris steekpenningen heeft aangenomen, waardoor hij zich in een positie heeft gebracht waarin hij zijn controlerende en adviserende taken als commissaris niet langer onafhankelijk kon uitvoeren. Volgens de rechtbank is dat geen norm die een specifiek gevaar beoogt te voorkomen, maar betreft dit een algemene norm die voorschrijft hoe een commissaris zijn taak dient uit te oefenen. Er is naar het oordeel van de rechtbank dus geen plaats voor het toepassen van de omkeringsregel.

Causaal verband

De vraag of er sprake is van een causaal verband dient daarom aan de hand van het wettelijk uitgangspunt te worden beoordeeld. Daartoe heeft het familiebedrijf aangevoerd dat zij zonder de actieve betrokkenheid van de commissaris niet in de projecten had geparticipeerd. Daarmee miskent het familiebedrijf volgens de rechtbank dat de actieve betrokkenheid van de commissaris niet als onbehoorlijk handelen is aangemerkt. De aansprakelijkheid van de commissaris is gebaseerd op het zichzelf in de voornoemde positie brengen. De vraag die daarom moet worden beantwoord, is welke situatie zich zou hebben voorgedaan als de commissaris zijn controlerende en adviserende taken wel onafhankelijk zou hebben vervuld. De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat het familiebedrijf ook in de projecten zou hebben geparticipeerd als de commissaris zijn taken onafhankelijk zou hebben uitgeoefend. De vorderingen tot betaling van de verliezen van de projecten worden daarom afgewezen. De rechtbank veroordeelt de commissaris enkel tot betaling van een bedrag van € 500.000,-. Dit bedrag betreft een gedeelte van een voorschot dat door het familiebedrijf aan de derde was betaald, waarmee die derde de steekpenningen aan de commissaris had betaald.

Noot

Het familiebedrijf had haar vorderingen tot schadevergoeding gebaseerd op de in haar ogen kennelijk onbehoorlijke actieve betrokkenheid van de commissaris. De aansprakelijkheid van de commissaris was echter gebaseerd op het zichzelf in een positie brengen waardoor hij zijn taken als commissaris niet meer onafhankelijk kon uitvoeren. De rechtbank heeft daarom overwogen wat de situatie zou zijn geweest als de commissaris zijn taken wel onafhankelijk zou hebben uitgevoerd. Volgens de rechtbank heeft het familiebedrijf onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de commissaris het familiebedrijf dan zou hebben geadviseerd om niet te participeren in de projecten, althans niet onder de huidige voorwaarden. Deze uitspraak laat zien hoe belangrijk het is om een causaal verband goed te onderbouwen en dat de aanwezigheid van een causaal verband – als eiser – niet te snel moet worden aangenomen.

Sylvana Vijn werkt sinds eind 2015 bij Thuis Partners advocaten en is werkzaam in de ondernemingsrecht- en insolventiepraktijk. Op die gebieden adviseert zij bedrijven, instellingen en overheden en staat zij aandeelhouders, bestuurders en commissarissen collectief of individueel bij.

Sylvana Vijn
Advocaat

linkedin email telefoon043-3521397

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Share This