Geen zelfstandig ondernemerschap van leden van een bezwarenadviescommissie

09-07-2020 | fiscaliteiten | 0 Reacties

De Hoge Raad heeft recent arrest gewezen[1] in een zaak die ging over een dame die lid was van een bezwarenadviescommissie, die tegen vergoeding voor diverse ministeries werkzaamheden had verricht als voorzitter of gewoon lid. De belastingdienst had haar als btw plichtig ondernemer aangemerkt, maar mevrouw was het daar niet mee eens en ging in bezwaar en vervolgens in beroep.

De Hoge Raad overweegt dat de leden van een bezwarenadviescommissie, gelet op de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 7:13 Awb, hun werkzaamheden niet uitoefenen in een verhouding van ondergeschiktheid. Het feit dat de vergoeding voor de leden van de bezwarenadviescommissie vooraf en wettelijk is vastgesteld, doet daar niet aan af.

De Hoge Raad gaat in op de vraag of sprake is van een zelfstandig uitgeoefende economische activiteit. Hij oordeelt dat de werkzaamheden of handelingen als voorzitter en als gewoon lid van een bezwarenadviescommissie geen zelfstandig uitgeoefende economische activiteit voor de btw vormen. De Hoge Raad overweegt hierbij dat zowel de voorzitter als de andere leden van de bezwarenadviescommissie geen individuele taken en/of verantwoordelijkheden hebben.

De Hoge Raad stelt vast dat de voorzitter en andere leden niet handelen in eigen naam, voor eigen rekening of onder eigen verantwoordelijkheid. Om die reden lopen de leden van een bezwarenadviescommissie geen economisch risico. Dan kan van ondernemerschap voor de btw geen sprake zijn.

Commentaar

De Belastingdienst beschouwde leden van bezwarenadviescommissies tot nu als btw-ondernemer. Het nieuwe arrest van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat de Belastingdienst zijn koers zal moeten wijzigen.

Omdat de leden niet kwalificeren als btw-ondernemer, hoeven zij over de ontvangen vergoedingen geen btw te berekenen, maar kunnen ze evenmin btw op gemaakte kosten in aftrek brengen.

Het arrest van de Hoge Raad is in lijn met het arrest van het Hof van Justitie EU uit 2019[2] in de zaak van een commissaris, werkzaam bij een Limburgse woningcorporatie. In deze zaak oordeelde het HvJ namelijk dat de commissaris in kwestie niet zelfstandig economisch activiteiten verricht en daarom niet kwalificeert als btw-ondernemer.

Algemeen wordt aangenomen dat beide arresten ook van belang zijn voor andere functionarissen dan leden van bezwarenadviescommissies of commissarissen. Te denken valt aan leden van raden van toezicht en raden van advies.

Wellicht is de staatssecretaris van Financiën nu wel bereid om eerder aangekondigd nieuw beleid te publiceren.

 

Heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen of opmerkingen, u bent van harte welkom.

 

[1] Hoge Raad 26 juni 2020, ECLI:HR:NL:2020:1143

[2] Hof van Justitie EU 13 juni 2019, C-420/18

 

Zelfstandig gevestigde BTW adviseur en docent belastingrecht aan de Maastricht University.

Jacq. Linssen
Jacq. Linssen BTW Advies

linkedin email telefoon

06 3766 4298

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Share This