De behandeling van het kort geding

door 28 oktober 2021rechtspraak

Onlangs vond er een kort geding plaats voor de rechtbank Oost-Brabant tussen leden van de Raad van Toezicht van een stichting en de stichting zelf. Inzet van dat kort geding was de ongedaanmaking van de uitschrijving van enkele toezichthouders uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de behandeling van het kort geding en de uitkomst daarvan.

>

De relevante feiten

De betreffende stichting is een welzijnsorganisatie met als doelstelling een bijdrage te leveren aan de levenskwaliteit van mensen door het bevorderen, ontwikkelen en in stand houden van maatschappelijke dienstverlening en activiteiten die het menselijk welzijn bevorderen.

De stichting kent een Raad van Toezicht bestaande uit een oneven aantal van ten minste drie en ten hoogste zeven natuurlijke personen. Volgens de statuten van de stichting treden de leden van de Raad van Toezicht af volgens een door henzelf opgemaakt rooster van aftreden met inachtneming van een benoemingsperiode van vier jaar. De leden kunnen éénmaal worden herbenoemd voor een tweede zittingstermijn. Leden van de Raad van Toezicht kunnen dus voor een periode van maximaal acht aaneengesloten jaren deel uitmaken van de Raad van Toezicht.

Eisers in deze zaak zijn drie leden van de Raad van Toezicht. Gedaagde partij is de stichting zelf, daarbij vertegenwoordigd door het bestuur.

Eisers in deze zaak zijn drie leden van de Raad van Toezicht. Gedaagde partij is de stichting zelf, daarbij vertegenwoordigd door het bestuur.

Michel van Veen is advocaat bij ThuisPartners sinds augustus 2021.

Michel van Veen
Advocaat bij Thuis Partners

043-352 13 97

Stel uw vraag aan Frank van Buren van Delfin Executives

>>

Op enig moment wordt binnen de stichting de mogelijkheid onderzocht om tot een mogelijke fusie te komen met drie andere welzijnsorganisaties uit de regio. Na afronding van enkele analyses staat de Raad van Toezicht unaniem achter het voornemen van de stichting om de samenwerking aan te gaan met de drie andere welzijnsorganisaties uit de regio. Eén van de bestuurders komt op dit voornemen terug en laat aan de Raad van Toezicht weten toch geen vervolg te willen geven aan de eerder uitgesproken intentie tot het aangaan van een samenwerking met de drie naaste partijen. Vervolgens ontstaat er binnen de Raad van Toezicht een patstelling en stemt de Raad van Toezicht niet in met het voornemen van de bestuurder om het fusieproces niet voort te zetten.

De patstelling binnen de Raad van Toezicht heeft tot gevolg dat de benoemingsduur van de drie toezichthouders ter discussie wordt gesteld waarna de bestuurder zelfs de Kamer van Koophandel heeft verzocht om de toezichthouders met terugwerkende kracht als leden van de Raad van Toezicht uit te schrijven uit het Handelsregister. Daartegen hebben de toezichthouders bezwaar aangetekend bij de Kamer van Koophandel.

>>>

Het kort geding

Tevergeefs heeft de advocaat van de toezichthouders de stichting gesommeerd om hen weer in te schrijven als lid van de Raad van Toezicht, hen te erkennen als lid van de Raad van Toezicht en hen ook daadwerkelijk in staat te stellen om hun bevoegdheden als toezichthouder uit te oefenen. Daarop wordt door de toezichthouders een kort geding gestart tegen de stichting waarin zij primair vorderen dat de uitschrijving van hen als lid van de Raad van Toezicht ongedaan wordt gemaakt en dat zij weer worden ingeschreven als lid van de Raad van Toezicht van de stichting. Aan hun vordering leggen de toezichthouders ten grondslag dat zij onrechtmatig uit het Handelsregister zijn uitgeschreven nu de benoemingsduur van de toezichthouders – anders dan door de stichting wordt gesteld – nog niet is verstreken. Bovendien moet in het belang van de stichting op korte termijn een aantal belangrijke besluiten worden genomen door de Raad van Toezicht, zoals over het wel of niet voortzetten van het fusieproces en over de samenstelling van de Raad van Toezicht.

De voorzieningenrechter dient te oordelen over de vraag of de toezichthouders rechtmatig zijn uitgeschreven uit het Handelsregister. De toezichthouders stellen zich op het standpunt dat hun benoemingsduur nog niet is verstreken en dat alleen al daarom de uitschrijving onrechtmatig is. De stichting stelt zich daarentegen op het standpunt dat de benoemingsduur van de toezichthouders wel degelijk is verstreken en verwijst daarbij naar het rooster van aftreden.

>>>>

Vast staat dat de Raad van Toezicht heeft besloten om de benoemingsduur van de personen waarvan de termijn in januari of juli 2021 afloopt voorlopig te verlengen met één jaar. Daaruit moet volgens de voorzieningenrechter worden afgeleid dat de benoemingsduur van de toezichthouders is verlengd tot 1 januari 2022 respectievelijk 10 juni 2022. Hiervan uitgaande was de benoemingsduur van de toezichthouders ten tijde van het verzoek tot uitschrijving uit het Handelsregister op 11 juni 2021 nog niet verstreken. Volgens de voorzieningenrechter is dit voldoende om de vorderingen van de toezichthouders toe te wijzen. De stichting dient de uitschrijving uit het Handelsregister ongedaan te maken en de toezichthouders weer in te schrijven als leden van de Raad van Toezicht van de stichting.

Het verweer van de stichting dat het besluit tot verlenging van de benoemingsduur in strijd is met de statuten van de stichting gaat niet op. Volgens de voorzieningenrechter bestaat er geen discussie over het feit dat de Raad van Toezicht heeft ingestemd met een verlenging van de benoemingsduur van de betreffende toezichthouders. Om die reden kan de stichting zich niet op het standpunt stellen dat de benoemingsduur toch zou zijn verstreken.

Klik hier voor de gehele uitspraak van de voorzieningenrechter

Michel van Veen is advocaat bij ThuisPartners sinds augustus 2021.

Michel van Veen
Advocaat bij Thuis Partners

043-352 13 97

Stel uw vraag aan Frank van Buren van Delfin Executives

Share This