Het algemeen bezoldigingsmaximum op grond van de WNT (€ 181.000,- in 2017) wordt jaarlijks aangepast aan de loonontwikkeling bij de overheid in het voorgaande jaar. Bij regeling van 12 september 2017 is de bezoldigingsmaximum voor 2018 nu op deze wijze geïndexeerd en vastgesteld op € 187.000 (de WNT-norm) bij een fulltime dienstverband. Hiertoe wordt art. 2.3, eerste lid, van de WNT met ingang van 1 januari 2018 aangepast. De topfunctionaris in de (semi)publieke sector gaat er in beginsel dus met € 6.000,- op vooruit.

Bezoldigingsmaximum topfunctionaris zonder dienstbetrekking 2018

Ook de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking zijn voor 2018 geïndexeerd en vastgesteld. De wijzigingen voor de topfunctionaris zonder dienstbetrekking treft u hieronder.

• Bezoldigingsmaximum voor de eerste zes maanden € 25.300,- (was € 24.500,-)
• Bezoldigingsmaximum voor de volgende zes maanden € 19.100,- (was € 18.500,-)
• Maximum uurtarief voor de eerste twaalf maanden € 182,- (was € 176,-)
• Na de twaalfde kalendermaand wordt het reguliere bezoldigingsmaximum van toepassing (€ 187.000 of, in bepaalde sectoren, het verlaagde sectorale maximum).

Sectorale normen nog niet bekend

De sectorale normen en staffels voor 2018 in de sectoren onderwijs, zorg, zorgverzekeraars, woningcorporaties, ontwikkelingssamenwerking en de cultuursector zijn nog niet bekend. Deze worden in november 2017 vastgesteld. Toepassing van de sectorale normen roept, zo schreven wij eerder, vaak vragen op. Op het moment dat de nieuwe sectorale normen bekend zijn zullen we deze uiteraard nader toelichten.

Gevolgen voor bezoldigingsmaximum commissaris van indexering WNT-norm 2018

Art. 2.2 lid 1 WNT stelt bezoldigingsmaxima vast voor de leden en de voorzitters van de hoogste toezichthoudende organen van rechtspersonen en instellingen die onder de WNT vallen. De WNT definieert niet wanneer een orgaan een ‘toezichthoudend’ orgaan is volgens de WNT. Art. 5 van de Beleidsregels WNT 2017 bij inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT schept daarover echter meer duidelijkheid:

“De organisatiestructuur, zoals deze bijvoorbeeld is neergelegd in de statuten en/of een organogram, bepaalt primair wie toezichthouder is in de zin van de WNT. Degene die volgens de statuten en/of het organogram deel uitmaakt van het hoogste toezichthoudende orgaan, wordt dus als toezichthouder aangemerkt. In elk geval worden als toezichthouder aangemerkt de leden van een raad van toezicht of raad van commissarissen.”

Het wettelijke bezoldigingsmaximum voor leden van interne toezichthoudende organen bedraagt 10% van het voor de desbetreffende rechtspersoon of instelling geldende bezoldigingsmaximum. Het percentage voor voorzitters bedraagt 15% van de geldende norm. De indexering van de algemene WNT-norm (zie hiervoor) kan dus ook gevolgen hebben voor de berekening van de maximale bezoldiging voor de leden van het toezichthoudend orgaan.