8 taken en bevoegdheden die voor toezichthouders nu duidelijker zijn

door 12 november 2020wetgeving

Algemeen

Op dinsdag 10 november 2020 is de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen aangenomen. Deze wet zorgt ervoor dat een aantal bepalingen inzake het bestuur en toezicht bij de verschillende rechtspersonen (vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, N.V., B.V. en stichting) gelijkluidend wordt. Daarbij worden de taken en bevoegdheden van het bestuur en de bestuurders respectievelijk de raad van commissarissen en de commissarissen op onderdelen verduidelijkt.

8 taken en bevoegheden van toezichthouders die via de wet  verduidelijkt worden!

01.

Richtsnoer voor de taakvervulling

Wettelijk wordt vastgelegd dat bestuurders en commissarissen zich bij de vervulling van hun taak moeten richten naar het belang van de rechtspersoon en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Deze bepaling verduidelijkt dat bijvoorbeeld een door een gemeente benoemde commissaris zich niet mag laten leiden door het belang van de gemeente bij die rechtspersoon, maar dat het belang van de rechtspersoon centraal moet staan.

02.

Tegenstrijdig-belangregeling

Wettelijk wordt vastgelegd dat iedere bestuurder en iedere commissaris niet mag meedoen aan de besluitvorming over een onderwerp waarbij hij een tegenstrijdig belang heeft. Een tegenstrijdig belang houdt, vereenvoudigd weergegeven, in dat de belangen van de bestuurder c.q. commissaris in privé niet parallel lopen met de belangen van de rechtspersoon. In zo’n geval mag die bestuurder c.q. commissaris niet meebeslissen. Dat lijkt logisch, maar het gaat in de praktijk toch regelmatig mis. Bijvoorbeeld wanneer een vereniging opslagruimte nodig heeft waarin een bestuurder best wil voorzien tegen een vergoeding. Wanneer het besluit vanwege een tegenstrijdig belang helemaal niet zou kunnen worden genomen, bijvoorbeeld bij een stichting met één bestuurder en geen raad van commissarissen, dan mag het toch schriftelijk worden genomen maar dan moeten de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen eveneens worden vastgelegd (waar statutair van mag worden afgeweken).

03.

Meervoudig stemrecht

Aan bestuurders en commissarissen kan meervoudig stemrecht worden toegekend. Statutair kan dus worden bepaald dat een bestuurder A twee stemmen heeft en de bestuurders B ieder één stem. Wat niet (meer) mag, is dat één bestuurder of commissaris alleen méér stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders of commissarissen gezamenlijk. Een toepassing hiervan ziet men vaker bij familiebedrijven waarbij vader en/of moeder evenveel (of meer) stemmen heeft dan de kinderen gezamenlijk.

Mochten de huidige statuten van de rechtspersoon, niet zijnde een N.V. of een B.V., bepalen dat een bepaalde bestuurder of commissaris meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders respectievelijk commissarissen tezamen, dan blijft die regeling op grond van het Overgangsrecht rechtsgeldig tot uiterlijk vijf jaar na inwerkingtreding van de wet, tenzij er tussentijds een statutenwijziging plaatsvindt. Wanneer een statutenwijziging plaatsvindt, behoort de rechtspersoon deze regeling namelijk direct toe te passen.

04.

Regeling bij tijdelijke of definitieve afwezigheid van het bestuur

Voor het geval het bestuur tijdelijk (in vakjargon: belet) of definitief (in vakjargon: ontstentenis) niet in zijn taken kan voorzien, moeten de statuten een regeling bevatten, zodat de bestuurstaak toch kan worden uitgeoefend.

Nico van der Peet is advocaat sinds 2004 en gespecialiseerd in het ondernemingsrecht. Hierbij ligt de nadruk op risicobeheersing en conflicthantering. Hij adviseert over strategische vraagstukken en de juridische implementatie daarvan. Nico procedeert over alle conflicten die in en bij de onderneming ontstaan.

Nico van der Peet
Advocaat-partner bij Thuis Partners

043 – 352 13 97

Stel uw vraag aan Nico van der Peet

05.

Toezicht door een Raad van Commissarissen

Iedere rechtspersoon verkrijgt een wettelijke basis voor het instellen van een Raad van Commissarissen, die ook Raad van Toezicht mag heten. Die wettelijke basis was er nog niet voor alle rechtspersonen. De wettelijke taak van de raad van commissarissen is voor alle rechtspersonen gelijk, te weten toezicht houden op het beleid en de gang van zaken van de rechtspersoon en het bestuur met raad terzijde staan. Statutair kan de taak van de raad van commissarissen worden uitgebreid. Het wettelijk uitgangspunt is dat de raad van commissarissen bevoegd is iedere bestuurder te allen tijde te schorsen, maar daarvan kan in de statuten worden afgeweken.

06.

Toezicht binnen het bestuur

Bij iedere rechtspersoon wordt het mogelijk om de taken van het bestuur te verdelen over uitvoerende bestuurders en niet-uitvoerende bestuurders (de zogeheten one tier board). De niet-uitvoerende bestuurders hebben dan automatisch een toezichthoudende taak ten aanzien van de uitvoerend bestuurders. Als voor een one tier board wordt gekozen, dan kan niet ook nog een raad van commissarissen worden ingesteld.

07.

Informatieplichten van het bestuur aan de raad van commissarissen

In de wet wordt vastgelegd dat het bestuur de raad van commissarissen tijdig moet voorzien van de noodzakelijke gegevens voor de uitoefening van diens taak. Verder wordt wettelijk verankerd dat het bestuur de raad van commissarissen ten minste één keer per jaar schriftelijk op de hoogte moet stellen van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, van de algemene en financiële risico’s en van de gebruikte beheers- en controlesystemen. De wetgever ziet dit als een minimuminformatieverplichting. De rechtspersoon is op grond van de wet niet verplicht om beheers- of controlesystemen te gebruiken, maar wanneer deze ontbreken dan moet dat wel de aandacht hebben van het bestuur en de raad van commissarissen.

08.

Aansprakelijkheid in geval van faillissement

Bij niet-commerciële verenigingen en stichtingen was er geen wettelijke grondslag om bestuurders en/of commissarissen aansprakelijk te houden op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur respectievelijk kennelijk onbehoorlijk toezicht in geval van faillissement. Die aansprakelijkheidsgrondslag wordt met deze wet voor bestuurders en commissarissen van de niet-commerciële verenigingen en stichtingen geïntroduceerd. Het is vaste rechtspraak dat onder kennelijk onbehoorlijk bestuur moet worden verstaan dat geen redelijk handelend bestuurder of commissaris in dezelfde omstandigheden had gehandeld zoals de aansprakelijk gestelde bestuurder of commissaris heeft gedaan.

Share This